Hier wordt reeds de basis gelegd voor de verdere opleiding van de hond. De oefeningen uit de vorige klas worden moeilijker gemaakt. In kleine groepjes worden de oefeningen zoals de houdingen (liggen, zit en rechtstaan), het terugbrengen van een voorwerp en het ter plaatse blijven verder uitgewerkt. Er wordt kennis gemaakt met nieuwe toestellen en er wordt op andere terreinen geoefend. De honden moeten leren zich op hun baasje te concentreren, terwijl ze afgeleid worden door de paarden, kippen en Voske, de andere bewoners van ’t Leirekesdomein. Na een overgangsproef gaat men over naar de B-klas.
Oefeningen :
- wandelen aan de lijn, steeds gewone pas, maar begin met wendingen en contact met andere honden
- keeroefening
- vreemde voorwerpen/situaties/personen
- toestellen
- voorstellen
- contact met andere honden
- bijroepen met zit voor (+ hindernissen)
- standen zit – recht – liggen
- apporteren
- plaats blijven in liggen